Als horeca-assistent bedien je de gasten in een horecabedrijf. Dat kan bijvoorbeeld een restaurant zijn, een hotel, een lunchroom, een congrescentrum of een cateringbedrijf. Je serveert dranken en gerechten, neemt bestellingen op en beantwoordt vragen van gasten. Voordat de gasten komen, bereid je alles voor. Je poetst het servies en het bestek, vult de drankvoorraad aan en dekt de tafels. Je probeert ervoor te zorgen dat de gasten zich op hun gemak voelen en dat ze niets tekort komen. Als de gasten willen vertrekken, maak je de rekening op en laat je ze afrekenen. Daarna ruim je de tafels op en maak je het restaurant schoon. Je maakt de kas op en verantwoordt de ontvangsten aan je chef. Tijdens je werk houd je je aan de richtlijnen van je chef. Ook let je goed op de hygiëne. Je werkt vaak ’s avonds en in het weekend. Je werkt onder leiding van een chef, een bedrijfsleider of de eigenaar van een restaurant. Je staat en loopt de hele dag en draagt regelmatig zware dienbladen. Als het druk is, werk je vaak onder hoogspanning.