Stappenplan 

1.
Functie van het Zorgloket
De deskundigen van het Zorgloket voeren de oriënterende gesprekken tussen de school en de betrokkenen. Vanuit die gesprekken wordt er gekeken naar wat de mogelijkheden en de grenzen zijn in de ondersteuning die de Gomarus kan bieden. Aan de hand van criteria, die door de school zijn opgesteld, wijst het Zorgloket bepaalde ondersteuningsarrangementen toe. Als het na een zorgvuldige afweging niet mogelijk is om een arrangement toe te wijzen, zal er vanuit de Gomarus vanwege de zorgplicht verder worden gekeken dan de eigen school. Bij de toewijzing van extra ondersteuning aan een leerling zal bij verschillende arrangementen de inhoud hiervan worden uitgewerkt in het Ontwikkelingsperspectief (OPP) van de betreffende leerling. In een OPP staat wat het uitstroomperspectief van de leerling is en welke onderwijsbehoeften daarbij dan horen. De school overlegt hiervoor met de ouders(, de school van herkomst, eventuele hulpverleners) en als het mogelijk is met de leerling zelf.
2.
Functie Zorgloket aanmelden nieuwe leerling
In de meeste gevallen heeft het Zorgloket bij nieuwe leerlingen geen rol. Er zijn drie situaties waarin dit wel het geval is: 1.Wanneer er vanuit ouders behoefte is om de zorgvragen met betrekking tot hun kind te leggen naast het ondersteuningsaanbod van de Gomarus. [1] De coördinator instroom[2] gaat dan in gesprek met ouders. Blijkt het wenselijk hierop verder in te gaan, dan wordt er een intakegesprek georganiseerd. Daarvoor is het nodig dat ouders hun kind aanmelden. Dit betreft een voorlopige aanmelding. 2.Het gebeurt ook vaak dat een basisschool aangeeft bij de overdracht van een leerling dat een gesprek over de nodige ondersteuning op het voortgezet onderwijs gewenst is. 3.Het kan ook zo zijn, dan de Gomarus op basis van de informatie van de basisschool een gesprek noodzakelijk acht. Lees meer...
3.
Functie Zorgloket huidige leerling
Wanneer een leerling al op de Gomarus zit, heeft het Zorgloket een andere samenstelling en gelden deze data niet. Dan geldt de lijn: de mentor signaleert (evt. met hulp van vakdocenten en teamleider) en bespreekt de zorgen rondom de betreffende leerling met de zorgcoördinator. Deze begeleidt de mentor en brengt zo nodig de leerling in in het Zorgloket, dat dan IZO of ZAT heet. Daarin zitten vier zorgcoördinatoren(met elk hun eigen expertise), een secretaresse en een voorzitter. Vaak wordt de mentor uitgenodigd om de casus toe te lichten. Dit zorgloket spreekt op vaste momenten over leerlingen en betrekt er indien nodig ook externe deskundigen bij.
4.
Samenwerking Zorgloket
Het Zorgloket moet verantwoording afleggen aan het Reformatorisch Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs (RefSVO). Bij dit samenwerkingsverband zijn alle reformatorische voortgezet onderwijsscholen in Nederland aangesloten. Het samenwerkingsverband moet uiteindelijk de eenduidigheid, objectiviteit en onafhankelijkheid in het aanvragen en verstrekken van zorgmiddelen op de scholen waarborgen. Het Zorgloket zal, wanneer het nodig wordt geacht, advies vragen aan het SWV. Ook bewaakt het Zorgloket de lijnen met de gemeente, de jeugdzorg en andere externe betrokkenen.